Twee boogschutters, gescheiden door een aanzienlijke afstand, werpen pijlen naar elkaar, zonder elkaar te zien, maar het schot naar het oog te berekenen, in de hoop de andere drie keer te raken om het te vernietigen. Als ze geen andere boogschutter hebben waarmee ze kunnen concurreren, spenderen ze hun tijd aan het jagen op vogels met pijlen, bijlen, bommen en wat dan ook.